Het begon al goed, woensdagmorgen 1 april: de kinderen van de locatie bovenbouw haalden de ene grap na de andere uit met hun juffen. Computermuizen verdwenen, klokken werden vooruit gezet, batterijen uit de pennen voor het digi-bord gehaald en in één van de klassen zette de hele groep plotseling de Macarena in. Pal tijdens de uitleg van ingewikkelde breukensommen welteverstaan! Dat beloofde een lange ochtend te worden….
Maar om half elf was het tijd voor de juffen om een grap uit te halen. In het hele gebouw werd op dat moment, ‘op verzoek van juf Ada’, een leestoets afgenomen. De toets was bedoeld ‘om het huidige leesniveau van de kinderen te bepalen’.
Voordat de toets werd uitgedeeld, moesten de kinderen hun tafels in toetsrijen zetten. De juffen deelden de kopieën uit, eisten doodse stilte en volledige concentratie en zetten de timers aan; de toets zou precies 5 minuten duren.
De test bestond uit vijftien opdrachten en alleen als je de opdrachten GOED had gelezen, hoefde je er slechts DRIE uit te voeren (in plaats van alle vijftien). Maar ja, slechts een enkeling had de instructies inderdaad GOED gelezen…. De overgrote meerderheid daarentegen deed ook de overige opdrachten.
En zo kon het gebeuren dat de kinderen hun naam hardop zeiden, ‘Ik ben de beste!’ riepen, luid van 1 tot 10 begonnen te tellen of ‘Ik ben de laatste!’ riepen…. Totdat ze opkeken en ‘1 april’ op het digi-bord zagen staan….